INTERVIEW
Caroline Coenen in Honduras
‘ALS WE TEST HADDEN, GING DE LEERKRACHT GEWOON BUITEN STAAN’
CAROLINE COENEN (20) GING VOOR ELF MAANDEN NAAR HONDURAS. ZE MAAKTE ER KENNIS MET HET ONDERWIJS IN EEN ONTWIKKELINGSLAND.
Je bent jong, net afgestudeerd, hebt zin in avontuur en bent klaar om de wereld te ontdekken. Dat overkwam Caroline Coenen enkele jaren geleden. Nadat ze geslaagd was in het zesde middelbaar vertrok ze voor elf maanden naar het Zuid-Amerikaanse land Honduras, met als hoofddoel daar dat laatste jaar middelbaar onderwijs eens over te doen. In haar vrije tijd deed ze ook nog aan vrijwilligerswerk en snoof ze een prachtige cultuur op. Nu, 2 jaar later, is Caroline nog steeds enthousiast en haalt ze herinneringen op.
Hoe ben je op het idee gekomen om dit te doen?
‘De beste vriendin van mijn zus, die 6 jaar ouder is, had dit ook gedaan. Toen al droomde ik ervan om hetzelfde te doen als ik afgestudeerd was. Mijn buurmeisjes begonnen dat dan ook allemaal te doen en één van hen ging naar Guatemala. Vanaf dat moment was ik eigenlijk verkocht voor Guatemala. In het zesde middelbaar heb ik aan verschillende oriëntatie-weekends van AFS meegedaan om te weten of het wel echt iets voor mij was. Velen haakten al af na zo’n weekend, maar ik had op dat moment ook geen vriendje, dus toen heb ik mij ingeschreven om een jaar naar Guatemala te gaan! Een maand voor ik vertrok kreeg ik een brief in de bus. Ik dacht dat ik mijn gastgezin ging weten, maar nee, het was een annulering. Guatemala kon om één of andere reden niet doorgaan. Ze zeiden dat ik nog drie opties had: Mexico, Honduras of Paraguay. Uiteindelijk heb ik voor Honduras gekozen. Een beetje later kreeg ik ook een mail van mijn gastouders, gericht aan mijn ouders. Ik kon nog geen Spaans, maar met behulp van een vertaalsite wist ik dat ik drie zussen had, een mama en een papa die nog samen waren had en dat ze nog wel vrij goed gesteld waren.’
Spannend, die eerste ontmoeting.
‘Zeker! Na een kennismakingsweekend met de andere AFS-studenten in Honduras gingen we allemaal naar een shopping mall waar de ouders ons kwamen ophalen. Ik zag hoe iedereen opgehaald werd, maar mijn familie was te laat omdat ze nog aan het shoppen waren (lacht). Zij waren van de hogere stand en dat wilden ze ook meteen laten zien. Het eerste contact verliep moeilijk, aangezien ik nog geen Spaans sprak en zij geen Engels. Het was dan ook zeer stil in de auto op weg naar huis.’
Wat waren je eerste indrukken?
‘De huizen daar zijn helemaal anders dan Belgische huizen. Het staat op palen voor als het stormt en er loopt een grachtje voor. Arme gezinnen daarentegen hebben lage huizen. Mijn gastgezin had voor hun huis ook een hele grote poort met een groot slot. Dat is nodig tegen diefstal. Het viel na een paar dagen ook op dat we altijd samen kookten met het hele gezin. Iedereen deed wel iets voor het avondeten. En dat echt àlles er gedeeld wordt! Als ik eens een appel voor mezelf kocht moest ik hem meteen in zes verdelen.’
Toen ging je voor de eerste keer naar school…
‘Ik ging vanaf september naar een privéschool, maar ik had het gevoel dat iedereen heel onvriendelijk was. Ik kwam daar helemaal alleen aan en er kwam niemand naar mij om te vragen wie ik was of wat ik deed. Dan werd ik ook nog eens in het vierde middelbaar gezet, in plaats van in het zesde, waardoor ik met 15-16-jarigen in de klas zat en ik was 18. AFS had dat zo geregeld en ik kon dat niet veranderen. De leerkrachten waren er heel strikt en in de lessen zweeg iedereen. Ondertussen had ik wel vriendinnen gemaakt in het laatste jaar, maar die zag ik dan ook helemaal niet vaak omdat ze niet in mijn klas zaten. Ik ging toen niet vaak naar school omdat ik het echt niet leuk vond. Van november tot en met januari is het daar grote vakantie en daarna ben ik naar een andere school gegaan, een publieke school. Dat was een immens verschil met de vorige school! Toen ik daar de eerste keer binnen kwam, liep iedereen naar mij en vroeg mij direct overal mee naartoe of stelde voor om eens te komen eten. Daar werden ook onderlinge voetbalmatchen georganiseerd of zomerevenementen, er was een muziekband met trommels of we deden mee aan een stoet. Daar zat ik in een TSO-richting in het zesde jaar en ben ik wel bijna altijd naar school gegaan. De leerkrachten daar waren ook veel toffer, zo heb ik eens de les Engels mogen geven (lacht).’
Je had natuurlijk je zesde middelbaar al in België gedaan. Merkte je een groot verschil met de leerstof daar en hier?
‘Omdat ik daar in een TSO-richting zat, kreeg ik vooral andere vakken dan die ik hier in België al had gekregen, dus het valt moeilijk te vergelijken. Het interessantste vak vond ik de geschiedenis van Honduras, over het ontstaan en de materialen en grondstoffen of welke gebieden interessant zijn. Psychologie vond ik ook zeer interessant, omdat ik dat dus nog nooit gekregen had. Wat ik wel ook kreeg, is wiskunde. Sommige dingen herkende ik nog van in het middelbaar, maar toch was de leerstof helemaal anders. We hebben daar bijvoorbeeld nooit met een grafisch rekenmachine gewerkt. Ik vond het wel jammer voor die Hondurezen dat het zo traag vooruit ging. De les werd bijvoorbeeld vaak afgeschaft, meestal als het had gestormd of als de leerkracht ziek was. Of als we test hadden, ging de leerkracht gewoon buiten staan, maar dan konden alle leerlingen overleggen. Op die manier blijft hun niveau wel vrij laag. In België kun je je dat niet voorstellen, het niveau ligt hier zo veel hoger.’
Gaan alle kinderen in Honduras naar school?
‘Van 4 jaar tot 12 jaar gaan alle kinderen van Honduras naar school, dan is het gratis voor iedereen. Vanaf dan worden ze aan hun lot overgelaten. Dan kunnen ze ofwel betalen voor de middelbare school ofwel gaan ze dan al werken in het huishouden omdat ze geen geld hebben om onderwijs te betalen. Een privéschool kost veel geld, een publieke school minder, maar die wordt ook minder onderhouden en de leerkrachten worden weinig betaald waardoor de kwaliteit van het onderwijs lager is. Mijn gastouders waren er een beetje tegen dat ik naar zo’n school ging. In Honduras is er ook enkel les in de voormiddag. In de namiddag is het gewoon te warm om les te volgen. Sommigen gingen dan wat werken om geld te verdienen, of we gingen wat rondhangen in het park. Leerlingen van mijn eerste school die mij dan zagen lopen in mijn uniform van mijn nieuwe school, keken mij dan echt vies aan. Maar ik vond het toch veel leuker daar (lacht).’
Je hebt ook vrijwilligerswerk gedaan. Een leuke ervaring?
‘Ik heb twee keer vrijwilligerswerk gedaan bij de medische brigade in de bergen samen met nog twee AFS-studenten. Daar werkten we twee weken als tolk. We werden daar niet voor betaald, maar het was een prachtige ervaring! We konden zowel die Amerikaanse dokters helpen, als die patiënten en ondertussen nog wat rondtrekken. Dat waren twee keer twee weken die ik gerust een heel jaar had kunnen doen. Het was dan altijd eventjes wennen als ik terug naar mijn gastgezin moest, die mij vertelden wat ik wel en niet mocht doen. In december, als ik grote vakantie had, heb ik ook een maand Engels gegeven aan een kleuterklasje.’
Heeft deze reis je veranderd tot wie je nu bent?
‘Veranderd is een zeer groot woord. Ik ben nog altijd dezelfde Caroline, maar door Honduras weet ik wel beter wat ik wil. Tot toen wist ik bijvoorbeeld nog niet wat te gaan verder studeren, maar nu heb ik gekozen om kleuterjuf te worden. Ik kan er nu ook van genieten gewoon eens alleen te zijn. Vroeg moest ik altijd vrienden rondom mij hebben, maar als ik nu alleen op een bankje zit, dan denk ik niet dat de mensen mij vreemd gaan bekijken. Ten slotte weet ik nu ook dat ik de mensen moet geloven als ze zeggen dat het daar gevaarlijk is (lacht)! Ik dacht altijd dat dat maar gezegd werd, maar ik heb een overval vanop de eerste rij meegemaakt. Dat was ’s nachts in een tankstation. Ik wilde nog even iets te eten kopen toen er twee gewapende mannen de winkel binnen kwamen. Ik ben op handen en knieën naar een kamertje achteraan geslopen en heb daar een kwartier muisstil gezeten. Toen ik de politie hoorde durfde ik eindelijk buiten te komen. Ik heb toen wel de schrik van mijn leven gehad!’