Dit is een journalistieke blog waarop mijn artikels, interviews en reportages tentoongesteld zullen worden. Deze blog gaat uit van het vak redactievaardigheden van de Lessius Hogeschool Mechelen.

zondag 4 december 2011

REFLECTIE
Lenny Kravitz in het Sportpaleis

Showventje

Op 30 oktober 2011 bezocht Lenny Kravitz ons Belgenland nog eens. Hij kwam zijn nieuwe album ‘Black and white America’ voorstellen in een net niet volgeboekt Sportpaleis. Goed 15 000 man verliet vanavond zijn zetel om te gaan brullen, shaken, klappen en meezingen op de muziek van Lenny Kravitz. Het moet gezegd: De Lenny (zoals wij hem in de volksmond noemen) is een beest. Maar wel een beest met gevoelens. En een showventje! Vooral dat laatste.



Openen deed hij meteen met een knaller van zijn nieuw album. Met ‘Come on and get it’ was de toon voor een reeks van sfeernummers gezet. Niet alleen zijn nieuw album kwam aan bod, hij koos blijkbaar bewust ook voor enkele stevige hits en classics. Oldies als ‘Always on the run’, ‘American woman’, ‘It ain’t over till it’s over’ en ‘Mr. Cab Driver’ kon ik luidkeels meezingen. Ook Kravitz’ bijhorende danspasjes vielen bij mij aardig in de smaak en maakten dat ik het niet kon nalaten ze ook eens te proberen. Amusement verzekerd!

De trompetsolo die daarop volgde bracht menig man in een ander wereldje. Ook Lenny liep zwevend over het podium van muzikant naar muzikant en het geschreeuw in het publiek maakte duidelijk dat ze in waren voor meer. En dat kregen we ook  met de titeltrack van zijn nieuwste album ‘Black and white America’ met wat invloeden van soul en funk. “Zo eentje waarmee je meteen mee bent.” 

Met ‘fields of joy’ leek de show even te verzwakken. Ikzelf had een kaart voor een zitplaats, en voor het eerst kon ik ook werkelijk gebruik maken van die klapstoel achter mij. Ik merkte dat ook het publiek nood had aan wat swoeng. Die verwachte herpakking kwam er nog niet bij ‘Believe’, maar bij de intro van ‘Stand’ veerde ik weer recht. En zo ging het nog wel enkele liedjes door.

Ik heb het hele concert enorm genoten van de manier en de overtuiging waarmee Kravitz zijn liedjes bracht. Op een gegeven moment - ergens tegen het einde - begon hij zijn muzikanten voor te stellen. Bij elke muzikant kon hij wel iets leuk vertellen, hoe lang ze bijvoorbeeld al samenwerken of dat hij zijn drummer had leren kennen tijdens het uitgaan. Natuurlijk hoorde daar ook een kleine soloke bij van de voorgestelde muzikant. Leuk!

Maar toen deed Kravitz iets vreemd. Het leek of hij zijn laatste noot had gespeeld - je voelde het einde naderen - toen hij plots in het publiek verdween. Omringd door 6 bodyguards liep hij door de mensenmassa richting de achterkant van het Sportpaleis, om daar boven op het balkon terecht te komen. Het was best wel grappig om te zien hoe mensen rondom hem heen krioelden om toch maar een glimp op te vangen of een schouder te kunnen aanraken; net een kolonie mieren die een lekker hapje had gezien. Na een klein showke op het balkon en zich even God gevoeld te hebben met zijn armen in de lucht, zette hij zijn weg verder, nog steeds begeleid door zijn muzikanten op het podium. En alle hoeken van het Sportpaleis moest hij gezien hebben...

Ik vond het leuk voor even, die verbondenheid met Lenny Kravitz die zich in het publiek waagde. Het was een mooi schouwspel, maar zo heeft hij zijn show wel mooi drie kwartier kunnen rekken. Ik had dan toch liever nog 5 nieuwe liedjes gehoord of was anders liever al gaan napraten in de bar over een best wel geslaagde show.

woensdag 30 november 2011

PORTRET
Maarten Verdoodt over zijn zoektocht naar een job in de media

‘Mijn grote droom: een internationale voetbalwedstrijd live becommentariëren’

Na zijn studie journalistiek aan de Lessius hogeschool Mechelen in juni 2011, hoopte Maarten Verdoodt (21) meteen aan de slag te kunnen gaan als sportjournalist op de radio. ‘In de media wordt er vanalles beloofd, maar gaat er uiteindelijk veel niet door.’ Toch geeft hij niet op en is hij samen met enkele vrienden bezig een eigen productiehuis op te starten.

Maarten: ‘Ik vind het jammer 
dat je in de richting journalistiek
geen vak over sport krijgt. 
Het interesseert veel mensen 
niet, maar dat geldt even goed 
voor politiek of economie.’
‘In het middelbaar heb ik vier jaar economie gestudeerd en twee jaar bedrijfsbeheer en handel. Journalistiek was dus niet meteen het eerste waar ik aan dacht toen ik een keuze moest maken om verder te studeren. Maar op de radio luisterde ik graag naar matchverslagen, ik las altijd de sport in de krant en als 16-jarige schreef ik al artikels voor de fansite van Anderlecht. Daarom raadden mensen mij aan om eens meer te informeren naar de richting journalistiek. In juni voor het academiejaar startte heb ik besloten om ervoor te gaan en ik heb er nog geen seconde spijt van gehad.’

Ervaring
Net als de meeste studenten journalistiek had Maarten een bepaald idee over wat hij zou willen bereiken. Hij zou sportjournalist worden en liefst nog live wedstrijden becommentariëren. In zijn derde jaar koos hij voor de richting radio en deed hij zijn stage op de heel beperkte sportredactie van Radio 2. Nu hij afgestudeerd is, merkt hij dat de realiteit anders is. ‘Ik dacht in juni dat ik in augustus zou kunnen beginnen werken, maar dat schuift altijd maar op. Met een diploma journalistiek ben je niet alles: het is meer je ervaring dat je diploma maakt. Die ervaring moet je gaan zoeken in stages én je moet jobs aannemen die je eigenlijk niet wilt doen. Hoe graag ik ook sportjournalist wil worden, ik besef dat ik eerst moet binnenraken, eender waar.’

En zo is Maarten al maanden bezig met het aanvullen van zijn CV. Elke kans die hij krijgt, grijpt hij met zijn beide handen, al dan niet vrijwillig. ‘Voor mijn stage bij Radio 2 werkte ik voor een sportprogramma samen met Luk Alloo. Ik ben daarna misschien niet aangenomen, maar ik heb er wel een goed contact met hem aan overgehouden. Zo is Luk Alloo nu bezig met een boek te schrijven over “Onthouding in de sport” en ik heb hem daarmee geholpen. Alles wat hij zei, typte ik letterlijk over en ook interviews met bekende sporters of bijvoorbeeld Herman Brusselmans, typte ik uit. Dat zal dan nog door iemand anders herschreven worden. Ik hoop dat het boek uitkomt, maar zelfs dat is niet zeker.’

Eigen productiehuis
Naast de vele sollicitaties, het doorgaans in het weekend twitteren van matchverslagen voor Sporting Telenet en vanaf 7 december een tijdelijke job als productieleider voor een internationale serie bij productiehuis Caviar, is Maarten bezig met een groot project. Zo is hij in juli met een achttal vrienden - allemaal ex-studenten journalistiek - beginnen brainstormen voor programma’s van hun eigen productiehuis. ‘Dat staat natuurlijk nog volop in de steigers. We zijn allemaal heel jong en hebben veel stomme ideeën, maar er zitten ook goeie ideeën tussen. Van de 15 ideeën die er in augustus op tafel zijn gekomen, zit er één héél goed format tussen dat we met mensen van de VRT aan het uitwerken zijn. Dat zou een quiz worden.’ Maarten en zijn team richten zich vooral op het derde kanaal van de VRT dat eraan komt in 2012. ‘Ze weten bij de VRT nog niet zo goed welke richting ze willen uitgaan met die jongerenzender. Het is dus goed voor hun dat wij ervoor staan te springen om dat uit te werken. Natuurlijk, ons initiatief is leuk, maar het is nog in de startfase, er is veel concurrentie en er zijn veel “maars”. Maar als je het niet geprobeerd hebt, dan ga je het jezelf beklagen.’

_____________________________________________________________________________________________________________

‘Messi op eigen camera, dat kon ik niet geloven’

Maarten bereikte in mei van dit jaar verschillende kranten toen hij samen met drie vrienden zonder perskaart of uitnodiging de persconferentie van FC Barcelona probeerde binnen te geraken. Op goed geluk reden ze 1300 km zuidwaarts met in de koffer een camera en een micro. Toen ze werden tegengehouden aan de ingang, logen de studenten dat ze van de VRT waren, dat hun producer hun was vergeten op de lijst te zetten en dat ze deze beelden echt nodig hadden. Na een discussie van meer dan een kwartier en in het Engels tussen hun zogezegde producer (een vriend in België die ze hadden opgebeld) en de persverantwoordelijke mocht één van hun toch binnen. Die eer was voor de 25-jarige Evert Winkelmans, die een mooie reportage voor SUPO kon maken. Maarten: ‘Dat was toch het hoogste dat ik voorlopig heb bereikt. Zo iets kun je in een richting boekhouden niet meemaken.’

donderdag 27 oktober 2011

ARTIKEL
Joren Van Utterbeeck organiseert voor de tweede keer zijn eigen fototentoonstelling

Ik wil kwaliteit laten zien

The Van Jets, Arbeid Adelt en Triggerfinger zijn slechts enkele namen die rockfotograaf Joren van Utterbeeck (23) in zijn korte carrière reeds gefotografeerd heeft. Deze foto’s zullen, samen met nog vele anderen, tentoongesteld worden in het Cultuurcentrum van Mechelen. ‘Ik wil met deze expo vooral laten zien dat Mechelen op muziekvlak méér in zich heeft.’ 

Op de affiche van F2.8 prijkt Johannes van The Van
Jets. Joren: Ik vind het een heel sterk beeld en krijg
er heel veel positieve commentaren over.
F2.8, zo heet de zes weken durende fototentoonstelling. ‘De naam staat voor de diafragma-opening waar ik het vaakst mee trek. Hoe lager het getal, hoe groter de opening en hoe meer licht er in de camera valt. Een rockfotograaf als ik moet dus vaak met een grote diafragma-opening werken om zo het tekort aan licht te compenseren.’ 

De oud-student grafische vormgeving is van Mechelen afkomstig, maar begon zijn fotocarrière in Gent. ‘Op school kregen we 1 of 2 uurtjes in de week fotografie. Daar leerde ik de technieken, maar veel meer deed ik daar niet mee. Het was zo’n 3 jaar geleden pas dat ik me ging verdiepen in de rockfotografie en ook meer en meer gevraagd werd voor evenementen, festivals en magazines.’

In het voorjaar van 2010 organiseerde Joren al eens zijn eigen foto-tentoonstelling, Mechelen Rockt. Omdat hij daar zo’n goede commentaren op kreeg en de vraag naar een nieuwe expo steeg, is er nu F2.8 gekomen. ‘Fotografisch is er niet zo veel veranderd tegenover vorige keer, maar ik heb wel een uitgebreider portfolio opgebouwd,’ aldus de fotograaf. Ruim 100 foto’s zullen tentoongesteld worden, waarvan de acht meest sprekende in het groot uitgewerkt zullen zijn. Joren heeft ook aandacht voor minder bekende groepen. ‘Mij draait het om het fotografische. De kwaliteit van het beeld gaat voor op de naam die erop plakt.’

De vernissage gaat door op 11/11/’11, waarna  de muziekliefhebber kan genieten van enkele live-bands in het aangrenzende zaaltje. I Got You on Tape, Birds That Change Colour, Yuko en Sunday Bell Ringers passen perfect in dat rockplaatje. Joren: ‘Ik ben altijd al met muziek bezig geweest, vandaar misschien mijn interesse in dit soort fotografie. Maar ook vooral omdat het een enorme uitdaging is. Een artiest beweegt met een zekere snelheid en je verwacht niet wat hij allemaal gaat doen. Het is dus een kwestie van afwachten, klikken en hopen dat de foto op het juiste moment is getrokken.’ Een kunstenaar wil Joren zichzelf niet noemen. ‘De dag dat je zegt dat je kunstenaar bent, is het teken dat je moet beginnen stoppen. Dat is het teken dat je jezelf niet meer kunt vernieuwen of geen nieuwe dingen meer kunt doen.’

De opening vindt plaats op 11/11/’11 om 19.00 uur en de tentoonstelling loopt tot 23/12/’11 in de cafetaria van het Cultuurcentrum in Mechelen. Geopend tijdens de kantooruren en tijdens optredens. Inkom is gratis.

www.jorenvanutterbeeck.be
www.cultuurcentrummechelen.be

zaterdag 21 mei 2011

NIEUWS

Plug In Festival 2011 groot succes

Affiche PLUG IN 2011
http://www.facebook.com/PlugInFestival
Vrijdag 20 mei vond de tweede editie van Plug In Festival plaats op de Veemarkt in Mechelen. Organisatoren Stefan De Swert (24), Eline Gregoir (21) en Toon Wagemans (24) willen met dit festival de aandacht vestigen op gehoorschade bij jongeren als gevolg van te luide muziek. ‘Dat doen we door hen vooral duidelijk te maken dat er een gulden middenweg bestaat tussen het gebruik van oordopjes en het muziekvolume. Dit wil niet zeggen dat het volume drastisch naar beneden moet, maar dat de combinatie van een lager volume en het dragen van oordopjes al heel wat schade kan voorkomen’, aldus Stefan. De muziek stond dan ook net als vorig jaar nooit hoger dan 100 decibel en er werden meer dan 1000 setjes oordopjes uitgedeeld. Voor de winst doen ze het niet, want het festival is volledig gratis en drank wordt verkocht aan schappelijke prijzen. Het idee ontstond vorig jaar als eindwerk voor de richting communicatiemanagement aan de Lessius Hogeschool Mechelen. Aangezien Toon last heeft van Tinnitus, een oorziekte waarbij de oren voortdurend suizen of piepen, was het concept snel uitgewerkt. Omdat het zo succesvol was, kwam er dit jaar een tweede editie en Stefan laat weten dat er ook een derde zal komen. De drie organisatoren zijn vooral enthousiast over de reacties van de jongeren. In de namiddag werd er wel wat meer volk verwacht, maar dat werd ‘s avonds helemaal goed gemaakt. In totaal kwamen er naar schatting ruim 1700 feestgangers opdagen en werkten er om en bij de 35 vrijwilligers.

donderdag 19 mei 2011

COLUMN
’t Journalistje
    
‘Wat als jij Euromillions zou winnen?’ Ik was net aangekomen in café De Gouden Vis en terwijl ik nog maar de eerste slok van mijn ice-tea nam, werd ik het middelpunt van een gesprek waar mijn vrienden blijkbaar al wel even over bezig waren. Dat heb je als je later komt. Een kant en klaar antwoord kon ik daar niet meteen op geven, vooral omdat mijn mond vol ice-tea zat. En snel doorslikken, dat prikt. ‘Je zou misschien je eigen krant kunnen oprichten’, zei Thomas een beetje denigrerend. Zo van: ‘Hé, jij daar, studentje journalistiek. Dat droomt toch iedereen van jullie soort?’ Waarom zou ik in godsnaam een eigen krant willen beginnen? Ik dacht eerder aan een huisje of een auto kopen met dat geld. En hoe zou die krant dan moeten heten? ’t Journalistje? Want dat is toch wat ik ben? Een journalistje, met de nadruk op -tje. Ik moet het zogezegd nog leren. Ik vraag me trouwens ook af hoe dat dan in zijn werk zou gaan. Eerst en vooral moet ik een oude loods laten verbouwen als werkruimte. Of nee, doe maar een ultramodern, poepchic gebouw, ik heb toch geld genoeg. Dan moet ik journalisten en fotografen vinden. Gaat dat dan via een interimbureau of zo? En tenslotte zou ik een advertentie plaatsen in de krant om ’t Journalistje bekendheid te geven. Dat kun je toch ook niet doen? Reclame maken voor een krant in een andere krant. Terwijl mijn gedachten wegdwalen en mijn brein zich breekt over hoe een krant op te richten, hoor ik mijn vrienden de gekste verhalen vertellen over wat zij zouden doen met 100 miljoen euro.  Ach, ik heb nog nooit 1 euro op de grond gevonden, laat staan dat ik zo’n spelletje win. Ik heb het trouwens nog nooit gespeeld. Hoe moet het eigenlijk? Gewoon wat nummertjes aankruisen? Niet zo moeilijk precies, hé. Misschien dat ik morgen toch eens mijn kans waag voor deze superpot. Wie weet koop ik dan binnen 10 jaar geen krant, maar Woestijnvis over. Want kleine meisjes worden groot en zouden dan ook graag meespelen met de grote jongens.

donderdag 5 mei 2011

NIEUWS
Het rookverbod op café

Honderden betogers tegen rookverbod
Zaterdag 23 april zijn er in Brussel honderden betogers op straat gekomen om te protesteren tegen het algemeen rookverbod dat op 1 juli 2011 om middernacht in alle Belgische horecazaken van start zal gaan. De tocht ging van het station van Brussel-Noord naar de Europaesplanade tegen Brussel-Zuid, een tocht van 3,6 km. In deze klassieke betoging werd er vooral voor gepleit dat de cafébaas zelf moet kunnen kiezen over het al dan niet roken op café. ‘Wij zijn ervan overtugid dat de boodschap is overgekomen, mede dankzij de grote persbelangstelling,’ aldus mede-organisator Erik Beunckens uit Asse. Ook loopt er een petitie, waar voorlopig al meer dan 30 000 handtekeningen op staan. Eind mei wordt daarmee naar de bevoegde minister gegaan. De betoging is een reactie op de beslissing van de kamercommissie gezondheid midden maart. Zo moeten alle horecazaken, clubs en casino’s deze zomer al rookvrij zijn in plaats van in 2014, zoals eerst gezegd. De cafébazen zijn ook boos omdat zij niet de tijd krijgen om veranderingen toe te passen in hun zaak. Er zal namelijk wel nog mogen gerookt worden als er een speciale rookkamer geïnstalleerd is, die slechts een kwart van het café mag bezetten en waar werknemers niet moeten bedienen. Ook op internetfora laait de discussie hoog op. Overtuigd van hun eigen gelijk schreeuwen voor- en tegenstanders tegen elkaar op. Toch zal België al het negentiende land van Europa zijn waar een algemeen rookverbod geldt.


maandag 2 mei 2011

NIEUWS
Rellen in het Bloso-domein van Hofstade


‘Ik durf er al jaren niet meer wandelen’
Op paasmaandag hebben relschoppers opnieuw voor problemen gezorgd op het Bloso-domein in het Vlaams-Brabantse Hofstade bij Zemst. Buurtbewoners en werknemers van Bloso vinden dat er dringend iets moet veranderen.

Bij warm weer komen de Brusselse jongeren naar de groene zones buiten de stad.
Foto: http://www.flickr.com/photos/erfgoed/2621938176/ (CC BY-NC-SA 2.0)
Als het kriebelt, moet je sporten. Helaas gaan sommigen dat sporten wel heel breed interpreteren. ‘Toen ik op maandagavond rond 20.00 uur nog even in het park wilde gaan zitten, stonden er enorm veel combi’s en werd ik tegengehouden door de politie omdat ze het domein aan het ontruimen waren,’ vertelt Elise Steyaert (19) verontwaardigd. De rellen waren begonnen toen een jongen van om en bij de 15 een met zand gevuld flesje gooide naar een politiecombi die toezicht hield, waarop het raam barstte. De achtervolging die daarop volgde, gaf de aanstoot voor meer dan 200 jongeren om te beginnen gooien met allerlei harde voorwerpen en zand. Al snel kwam er versterking van alle politiekorpsen uit de buurt, waardoor de jongeren nog meer opgehitst werden. De massa bedaarde toen de politie zich terugtrok van het strand. 


Uitvlucht
Peter Van Ruyskensvelde, al jarenlang eigenaar van de catering op het domein, wordt dagelijks geconfronteerd met deze jongeren. ‘Het probleem is dat in Brussel heel veel jongeren zitten die bij warm weer naar buiten willen en Brussel heeft heel weinig te bieden voor hen. Ze gaan dan naar de groene zones buiten de stad en wij liggen daar op 10 km vandaan. Wij zijn een uitvlucht voor deze mensen en krijgen daardoor ook de problemen die zich in Brussel al bevonden.’ Er ligt nu een oplossing op tafel die er tegen de zomervakantie moet komen. ‘Het park omheinen, inkom vragen en paspoortcontroles uitvoeren,’ aldus Peter. ‘Ik hoop dat we dat allemaal op tijd klaar krijgen.’ Voorlopig zal het hek nog niet in de grond geplaatst worden, maar gewoon op de grond. Dat is omdat er al klachten van Natuurpunt over zijn binnengekomen. Hiervoor is ook een budget vrijgemaakt door de Vlaamse overheid.
Sfeer
Ook de buurtbewoners vinden het jammer dat het zo moet gaan. ‘Ik durf er al jaren niet meer wandelen,’ vertelt een bejaarde man. Een andere buurtbewoonster vindt het jammer dat ze geen toertjes meer kan gaan lopen in het park als het betalend zou worden. ‘Waarschijnlijk mogen de mensen van de buurt, op vertoon van hun paspoort, gratis binnen,’ weet Peter. Van zodra jongeren iets fout hebben gedaan, herkent een toestel hun paspoort en mogen ze het park nooit meer binnen. ‘Die mensen blijven natuurlijk bestaan, maar ik denk wel dat het in het park veel zal oplossen.’ Zullen de ijsjes en de drankjes van Peter dan niet minder goed verkopen als er minder volk zal komen? Hij is ervan overtuigd dat hij geen inkomstenverlies zal maken. ‘Mensen die nog geen 4 euro inkom over hebben, zullen bij mij ook geen cola van 2 euro komen kopen. Dat zijn niet mijn klanten. Ik heb veel meer aan een gezinnetje dat gezellig pannenkoekjes komt eten, dan aan een groepje amokmakers dat een pint komt drinken.’
Creative Commons License
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.0 Generic License.

donderdag 24 maart 2011

PRO/CONTRA
Het rookverbod op café


Pro
'Wij zijn het levende bewijs dat niet roken op café kan'
Foto: Annelies Roosen


Ronald (54) en zijn vrouw baten op de Grote Markt van Mechelen een Irish Pub uit waar een absoluut rookverbod geldt, puur uit principe. 
‘Ik heb ervoor gekozen om niet te roken, dus wil ik ook niet in een café zitten waar gerookt wordt. Jammer van de vele gezellige cafés in Mechelen. Het staat vast dat roken slecht is voor de gezondheid. Dan hoor je de mensen al zeggen: “Ja, maar iedereen zijn vrijheid”, maar ik kan dat evengoed zeggen. Verschrikkelijk vind ik mensen die een café niet binnengaan omdat er niet gerookt mag worden. Als het een toffe kroeg is met goed bier, is het dan een probleem om buiten, 10 meter verder, even je sigaret te roken?

Een cafébaas die zegt dat er mag gerookt worden omdat hij zelf rookt, tot daar toe, maar hij heeft ook nog personeel dat van ‘s morgens tot ‘s avonds in de rook moet staan. Akkoord, ze weten dat op voorhand, maar iedereen heeft toch het recht om te werken in een rookvrije omgeving?

In 1976 hebben ze het roken op de autobus afgeschaft. Ik denk niet dat er vandaag nog maar iemand aan zou denken om op een autobus een sigaret op te steken. Niet roken in cafés zal dus ook wel normaal worden. Ik heb met mijn lief nog in de cinema gezeten met een sigaret. Als wij zeggen dat hier niet mag gerookt worden hebben wij minder problemen met jongeren dan met de oudere generatie, zij die vroeger nog overal mochten roken. Wij zijn onze rokers niet kwijt, zij gaan gewoon hun sigaret buiten roken. Gezelligheid? Onze pub is heel gezellig, daar is geen sigaret meer bij nodig. Dat is hetzelfde als dat rokers na het eten zin hebben in een sigaret, gezever. Dat zit allemaal tussen de oren. Trouwens buiten kun je ook gezellig een sigaretje roken.

De regel van wel of geen eten serveren, is belachelijk. Wat is het verschil als ik kankerstoffen inadem omdat ik een biefstuk eet of omdat ik een pint aan het drinken ben? Op een plaats waar mensen samenkomen, wordt niet gerookt, zo simpel is het.’




Contra
'Binnenkort komen ze mij in de woonkamer controleren'
Foto: Annelies Roosen


Eigenares Mieke (47) van café ‘De Planeet’ in Mechelen, vindt dat haar klanten moeten kunnen genieten van een pintje én een sigaretje in het café.
‘Roken is slecht voor de gezondheid, ja, maar het is iedereen zijn persoonlijke keuze om te roken of niet. Ik rook zelf niet, maar dat ik in een rokersruimte werk, neem ik erbij. Daar heb ik voor gekozen. Als je je voor werk gaat aanbieden in een café, weet je dat je in een rokersruimte moet werken. 

Op 1 januari vorig jaar is het rokersverbod ingevoerd in alle cafés waar ze snacks verkopen. Wij zijn toen gestopt met eten aan te bieden, omdat wij voornamelijk klanten hebben die roken, maar dan hoor je van andere mensen dat zij wel mogen roken in een café waar ook eten geserveerd wordt. Daardoor verliezen wij cliënteel. Wij doen het wettelijk goed en toch worden we gestraft, gewoon omdat er te weinig gecontroleerd wordt. Waarom daar dan wetten op plaatsen? Waarom niet gewoon de keuze aan de uitbaters laten? Zet een plakaatje aan de deur met ‘hier wordt gerookt’ of niet en gaan klanten er daarom niet binnen, dan is dat zo.

Het is ook een deel gezelligheid dat ze afpakken als er niet binnen gerookt mag worden en er naar buiten moet gegaan worden. Jongeren zullen gewoon bier halen in supermarkten en nachtwinkels en gaan dan gewoon op kot drinken en roken. Is dat dan gezonder dan in het café? Ze verplaatsen het probleem gewoon. Wat mijn man en ik ons afvragen, is hoe ze die inkomsten daarvan gaan recupereren als er minder mensen op café gaan. Hoe ver zullen ze hier nog in doorgaan? Binnenkort komen ze mij in de woonkamer controleren. 


Moest het totale rookverbod er komen waarbij men dus in geen enkel café meer mag roken dan zullen wij ons aanpassen, want ook al zijn we absoluut geen voorstander, ons café is wel met alles in orde! Als men zo graag van die wetten wil maken, dat ze dan maar beginnen met ze deftig te controleren.’

donderdag 3 maart 2011


'Wij zijn de stem van de horecaondernemers.'
Foto: Annelies Roosen
EXPERT

‘Gun de horeca rust en rechtszekerheid’

Danny Van Assche (39) is afgevaardigd bestuurder van Ho.Re.Ca Vlaanderen, de ondernemersorganisatie van alle hôteliers, restaurant- en café-uitbaters. De federatie probeert iedereen zijn belangen te verdedigen en pleit voor een evenwichtig wetsvoorstel rond het rookverbod op café.

Bent u voldoende geconsulteerd over de wetgeving rond het rookverbod in de horeca?
Als de overheid beslissingen wil nemen over de horeca, zijn wij de eerste gesprekspartner om mee te overleggen. Wij hebben geen rechtstreekse beslissingsmacht, maar wij zijn wel de stem van de horecaondernemers. Zo zullen wij ook midden maart in de kamercommissie gezondheid gehoord worden over de nieuwe voorstellen die er nu over het rookverbod op tafel liggen.’

Is het niet moeilijk om de belangen van alle horecaondernemers te verdedigen als iedereen een andere mening heeft?
‘We zijn inderdaad in een tweedeling van de sector terechtgekomen, wat op zich niet erg gunstig is. Wij vragen vanuit de federatie twee dingen: rust en rechtszekerheid. Er liggen nu weer twee wetsvoorstellen op tafel in de Kamer, die een versnelling van de invoering van het rookverbod met zich mee willen brengen. Geef de horecaondernemer wat rust en de mogelijkheid om die verandering min of meer te gaan voorbereiden. Geef hem ook rechtszekerheid over wat al dan niet zal mogen, zodat hij geen onnodige investeringen doet in bijvoorbeeld een rookkamer. Ook verdedigen wij de horeca in die zin dat wij compenserende maatregelen eisen voor omzetverlies.’

Zal er dan veel omzetverlies zijn?
‘Ja, in beide gevallen zelfs. Omzetverlies bij de rokerscafés die geen voeding meer mogen serveren, maar ook bij de cafés die voor het eten gekozen hebben en daardoor klanten verliezen. We zien ook dat de lengte van het gemiddelde cafébezoek bij rokende mensen die naar een niet-rokerscafé gaan, korter is. Ook dat leidt weer tot omzetverlies. In Spanje hebben ze hun omzet met 19% zien dalen, nadat daar sinds begin dit jaar een streng rookverbod geldt in zowat alle horecazaken.’

Als er niet genoeg gecontroleerd wordt, is het zinloos om zo’n wet te maken.
‘Het federaal voedselagentschap controleert behoorlijk strikt. Tijdens de eerste maanden van 2010, toen de nieuwe wet net van kracht ging, was er een soort van gedoogbeleid, waarbij men begeleidend optrad en nog niet verbaliseerde. Ondertussen wordt er wel degelijk opgetreden, maar dat kan natuurlijk wel pas als men het café op heterdaad betrapt. Er zal af en toe nog wel eens een restaurant zijn waar op het einde van de dag een asbak op de tafel komt, maar dan zou men net op dat moment moeten komen controleren. Of het gebeurt dat een controleur binnenkomt en asbakken achter de toog ziet staan. Dat kan men ook niet verbaliseren, want dat zijn asbakken die de mensen mee naar buiten kunnen nemen om daar te gaan roken. Je moet dus altijd een beetje de kerk in het midden houden: er moet gecontroleerd worden, maar dat moet op een eerlijke, deftige en begeleidende manier gebeuren.’

Het gemakkelijkste zou zijn de keuze aan de uitbater zelf te laten.
‘Aanvankelijk was de keuze aan de uitbater zelf, maar Europa speelt natuurlijk ook mee. Daar is besloten dat mensen niet mogen meeroken als zij daar niet zelf voor gekozen hebben. Op de werkvloer mag dus niet gerookt worden, want een werknemer heeft niet te kiezen of die dan meerookt of niet. Daarom dat dit vanaf 1 juli 2014 absoluut verboden is en het nergens meer mag.’

Wat is nu volgens u de beste oplossing?
‘Enerzijds het overal verbieden zodat er geen concurrentienadeel is, want het is voor iedereen verboden. Anderzijds de keuze aan de uitbaters laten. Het enige alternatief kan zijn zoals men dat in Nederland heeft gedaan. Daar heeft men het verbod een beetje teruggeschroefd en mag je in kleine horecazaken van minder dan 70m2 zonder tewerkgesteld personeel opnieuw roken. Moeten we in die richting gaan? Ik heb daar nog geen concrete stemmen over gehoord, maar dat is eigenlijk de maximale vrijheidsgraad die we hebben.’

donderdag 24 februari 2011

woensdag 15 december 2010

INTERVIEW
Caroline Coenen in Honduras

ALS WE TEST HADDEN, GING DE LEERKRACHT GEWOON BUITEN STAAN’

CAROLINE COENEN (20) GING VOOR ELF MAANDEN NAAR HONDURAS. ZE MAAKTE ER KENNIS MET HET ONDERWIJS IN EEN ONTWIKKELINGSLAND.

Je bent jong, net afgestudeerd, hebt zin in avontuur en bent klaar om de wereld te ontdekken. Dat overkwam Caroline Coenen enkele jaren geleden. Nadat ze geslaagd was in het zesde middelbaar vertrok ze voor elf maanden naar het Zuid-Amerikaanse land Honduras, met als hoofddoel daar dat laatste jaar middelbaar onderwijs eens over te doen. In haar vrije tijd deed ze ook nog aan vrijwilligerswerk en snoof ze een prachtige cultuur op. Nu, 2 jaar later, is Caroline nog steeds enthousiast en haalt ze herinneringen op.

Hoe ben je op het idee gekomen om dit te doen?
‘De beste vriendin van mijn zus, die 6 jaar ouder is, had dit ook gedaan. Toen al droomde ik ervan om hetzelfde te doen als ik afgestudeerd was. Mijn buurmeisjes begonnen dat dan ook allemaal te doen en één van hen ging naar Guatemala. Vanaf dat moment was ik eigenlijk verkocht voor Guatemala. In het zesde middelbaar heb ik aan verschillende oriëntatie-weekends van AFS meegedaan om te weten of het wel echt iets voor mij was. Velen haakten al af na zo’n weekend, maar ik had op dat moment ook geen vriendje, dus toen heb ik mij ingeschreven om een jaar naar Guatemala te gaan! Een maand voor ik vertrok kreeg ik een brief in de bus. Ik dacht dat ik mijn gastgezin ging weten, maar nee, het was een annulering. Guatemala kon om één of andere reden niet doorgaan. Ze zeiden dat ik nog drie opties had: Mexico, Honduras of Paraguay. Uiteindelijk heb ik voor Honduras gekozen. Een beetje later kreeg ik ook een mail van mijn gastouders, gericht aan mijn ouders. Ik kon nog geen Spaans, maar met behulp van een vertaalsite wist ik dat ik drie zussen had, een mama en een papa die nog samen waren had en dat ze nog wel vrij goed gesteld waren.’

Spannend, die eerste ontmoeting.
‘Zeker! Na een kennismakingsweekend met de andere AFS-studenten in Honduras gingen we allemaal naar een shopping mall waar de ouders ons kwamen ophalen. Ik zag hoe iedereen opgehaald werd, maar mijn familie was te laat omdat ze nog aan het shoppen waren (lacht). Zij waren van de hogere stand en dat wilden ze ook meteen laten zien. Het eerste contact verliep moeilijk, aangezien ik nog geen Spaans sprak en zij geen Engels. Het was dan ook zeer stil in de auto op weg naar huis.’

Wat waren je eerste indrukken?
‘De huizen daar zijn helemaal anders dan Belgische huizen. Het staat op palen voor als het stormt en er loopt een grachtje voor. Arme gezinnen daarentegen hebben lage huizen. Mijn gastgezin had voor hun huis ook een hele grote poort met een groot slot. Dat is nodig tegen diefstal. Het viel na een paar dagen ook op dat we altijd samen kookten met het hele gezin. Iedereen deed wel iets voor het avondeten. En dat echt àlles er gedeeld wordt! Als ik eens een appel voor mezelf kocht moest ik hem meteen in zes verdelen.’

Toen ging je voor de eerste keer naar school…
‘Ik ging vanaf september naar een privéschool, maar ik had het gevoel dat iedereen heel onvriendelijk was. Ik kwam daar helemaal alleen aan en er kwam niemand naar mij om te vragen wie ik was of wat ik deed. Dan werd ik ook nog eens in het vierde middelbaar gezet, in plaats van in het zesde, waardoor ik met 15-16-jarigen in de klas zat en ik was 18. AFS had dat zo geregeld en ik kon dat niet veranderen. De leerkrachten waren er heel strikt en in de lessen zweeg iedereen. Ondertussen had ik wel vriendinnen gemaakt in het laatste jaar, maar die zag ik dan ook helemaal niet vaak omdat ze niet in mijn klas zaten. Ik ging toen niet vaak naar school omdat ik het echt niet leuk vond. Van november tot en met januari is het daar grote vakantie en daarna ben ik naar een andere school gegaan, een publieke school. Dat was een immens verschil met de vorige school! Toen ik daar de eerste keer binnen kwam, liep iedereen naar mij en vroeg mij direct overal mee naartoe of stelde voor om eens te komen eten. Daar werden ook onderlinge voetbalmatchen georganiseerd of zomerevenementen, er was een muziekband met trommels of we deden mee aan een stoet. Daar zat ik in een TSO-richting in het zesde jaar en ben ik wel bijna altijd naar school gegaan. De leerkrachten daar waren ook veel toffer, zo heb ik eens de les Engels mogen geven (lacht).’

Je had natuurlijk je zesde middelbaar al in België gedaan. Merkte je een groot verschil met de leerstof daar en hier?
‘Omdat ik daar in een TSO-richting zat, kreeg ik vooral andere vakken dan die ik hier in België al had gekregen, dus het valt moeilijk te vergelijken. Het interessantste vak vond ik de geschiedenis van Honduras, over het ontstaan en de materialen en grondstoffen of welke gebieden interessant zijn. Psychologie vond ik ook zeer interessant, omdat ik dat dus nog nooit gekregen had. Wat ik wel ook kreeg, is wiskunde. Sommige dingen herkende ik nog van in het middelbaar, maar toch was de leerstof helemaal anders. We hebben daar bijvoorbeeld nooit met een grafisch rekenmachine gewerkt. Ik vond het wel jammer voor die Hondurezen dat het zo traag vooruit ging. De les werd bijvoorbeeld vaak afgeschaft, meestal als het had gestormd of als de leerkracht ziek was. Of als we test hadden, ging de leerkracht gewoon buiten staan, maar dan konden alle leerlingen overleggen. Op die manier blijft hun niveau wel vrij laag. In België kun je je dat niet voorstellen, het niveau ligt hier zo veel hoger.’

Gaan alle kinderen in Honduras naar school?
‘Van 4 jaar tot 12 jaar gaan alle kinderen van Honduras naar school, dan is het gratis voor iedereen. Vanaf dan worden ze aan hun lot overgelaten. Dan kunnen ze ofwel betalen voor de middelbare school ofwel gaan ze dan al werken in het huishouden omdat ze geen geld hebben om onderwijs te betalen. Een privéschool kost veel geld, een publieke school minder, maar die wordt ook minder onderhouden en de leerkrachten worden weinig betaald waardoor de kwaliteit van het onderwijs lager is. Mijn gastouders waren er een beetje tegen dat ik naar zo’n school ging. In Honduras is er ook enkel les in de voormiddag. In de namiddag is het gewoon te warm om les te volgen. Sommigen gingen dan wat werken om geld te verdienen, of we gingen wat rondhangen in het park. Leerlingen van mijn eerste school die mij dan zagen lopen in mijn uniform van mijn nieuwe school, keken mij dan echt vies aan. Maar ik vond het toch veel leuker daar (lacht).’ 

Je hebt ook vrijwilligerswerk gedaan. Een leuke ervaring?
‘Ik heb twee keer vrijwilligerswerk gedaan bij de medische brigade in de bergen samen met nog twee AFS-studenten. Daar werkten we twee weken als tolk. We werden daar niet voor betaald, maar het was een prachtige ervaring! We konden zowel die Amerikaanse dokters helpen, als die patiënten en ondertussen nog wat rondtrekken. Dat waren twee keer twee weken die ik gerust een heel jaar had kunnen doen. Het was dan altijd eventjes wennen als ik terug naar mijn gastgezin moest, die mij vertelden wat ik wel en niet mocht doen. In december, als ik grote vakantie had, heb ik ook een maand Engels gegeven aan een kleuterklasje.’

Heeft deze reis je veranderd tot wie je nu bent?
‘Veranderd is een zeer groot woord. Ik ben nog altijd dezelfde Caroline, maar door Honduras weet ik wel beter wat ik wil. Tot toen wist ik bijvoorbeeld nog niet wat te gaan verder studeren, maar nu heb ik gekozen om kleuterjuf te worden. Ik kan er nu ook van genieten gewoon eens alleen te zijn. Vroeg moest ik altijd vrienden rondom mij hebben, maar als ik nu alleen op een bankje zit, dan denk ik niet dat de mensen mij vreemd gaan bekijken. Ten slotte weet ik nu ook dat ik de mensen moet geloven als ze zeggen dat het daar gevaarlijk is (lacht)! Ik dacht altijd dat dat maar gezegd werd, maar ik heb een overval vanop de eerste rij meegemaakt. Dat was ’s nachts in een tankstation. Ik wilde nog even iets te eten kopen toen er twee gewapende mannen de winkel binnen kwamen. Ik ben op handen en knieën naar een kamertje achteraan geslopen en heb daar een kwartier muisstil gezeten. Toen ik de politie hoorde durfde ik eindelijk buiten te komen. Ik heb toen wel de schrik van mijn leven gehad!’